Richtlijnen bij maken rapportage

  1. Controleer eerst het Zorgplan, kijk of er een doel met actie gedefinieerd is voor wat je te rapporteren hebt.
  2. Is er geen geschikt doel gedefinieerd voor de bewoner, maak dan je rapportage onder Dossier. => Indien voor een specifieke bewoner veel gerapporteerd wordt onder Dossier kan dit aanleiding zijn om de doelen uit het zorgplan te herzien.
  3. Wees terughoudend met “Markeer rapportage“.

Algemene regels voor rapporteren:

  1. Respectvol: Rapporteer respectvol. Bedenk altijd hoe jij het zou vinden als er zo over jou geschreven zou worden.
  2. Wees objectief: Rapporteer zo objectief mogelijk, ondersteun dit met concrete voorbeelden. Bijvoorbeeld: “bewoner wilde niet helpen met opruimen van zijn kamer” ipv “bewoner is dwars”
    Vermijd woorden als ‘soms’, ‘vaak’, ‘beetje’, ‘steeds’, ‘erg’, ‘nogal wat’, ’tamelijk’, ‘voortdurend’, ‘behoorlijk’, en dergelijke.
  3. Geen interpretaties: Beschrijf alleen feiten of indien je een eigen interpretatie hebt, vermeld dit dan duidelijk: “ik heb de indruk dat bewoner ongelukkig is omdat ….”
  4. Houd het beknopt, maar wel volledig: De informatie moet snel leesbaar zijn, volledig zijn en de meest recente informatie bevatten. Dus geen lange verhalen, maar een beknopte weergave.
  5. Correct taalgebruik: Vermijd vakjargon en afkortingen. Bedenk dat bewoners en hun wettelijke vertegenwoordigers moeten kunnen begrijpen wat je rapporteert – ze hebben immers inzage recht.
  6. Vermijd etikettering: Door het gebruik van zinsnede als ‘Bewoner is vanaf dag 1 al een lastig persoon’ bestaat het gevaar dat we de bewoner niet meer als een uniek persoon zien maar als een ‘moeilijk persoon’ en als zodanig benaderen.
  7. Snel rapporteren: Om geen zaken te vergeten is het belangrijk om ze direct te rapporteren. Soms echter, als iets je erg geraakt heeft is het beter om de rapportage even uit te stellen tot je de gebeurtenis voor jezelf verwerkt hebt. Maak in dat geval alleen een korte notitie en kom er later op terug.
  8. Noem geen namen van medewerkers of andere cliënten wanneer de informatie privacygevoelige informatie over betrokkenen bevatten, maar gebruik eventueel initialen.
  9. Vermeld afspraken. Vermeld duidelijk wat er is afgesproken met bewoner.
  10. Relevant: rapporteer niet om te rapporteren. Maar mocht het zo zijn dat je in een week tijd niets te melden had over bewoner X, dan kan dit aanleiding zijn om een nieuwe beeldvorming aan te maken en een nieuw zorgplan op te stellen (in overleg met zorgcoördinator).